Machiel Dierks het leven van een dagloner. Deel 1: Ketters en Paapsen
2
€15,95
Op voorraad
1
Productgegevens
Willem I regeert over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In het Zuiden groeit verzet tegen het bewind van de koning. De bisschoppen roepen alle parochies op de koning te bestoken met petities. Ook Machiel Dierks, een jonge dagloner, zet zijn handtekening. Albert van Raalte is de zoon van de dominee in het dorp. Hij en Machiel ontmoeten elkaar en er ontstaat een merkwaardige band. Dan breekt in het Zuiden de opstand uit. België scheidt zich af. De koning mobiliseert het leger. In het dorp worden soldaten ingekwartierd. Protestanten vrezen een paaps oproer en katholieken voelen zich gemarginaliseerd. De Tiendaagse veldtocht breekt uit. De relatie tussen de twee jongens komt door de gebeurtenissen onder druk te staan. Als in het dorp een soldaat overlijdt, wordt Machiel verdacht. Hoe kan hij zijn onschuld bewijzen en de soldaat wreken?
Vooruitblik
(Fijnaart; januari 1832)
Zilver beschijnt de maan de rijpwitte velden. Over de stille dijk gaat een jonge man. Hij is gejaagd. Zijn bloed raast door zijn aderen. De kou buiten heeft zijn drift niet bekoeld. In zijn hoofd dreunt het feestgedruis nog na. Wild heeft hij zijn vrienden van zich af moeten slaan om achter de schutter aan te kunnen.
Even staat hij stil en kijkt toe hoe verderop de dronkeman de dijk afstrompelt, struikelt, valt, weer opkrabbelt en de polderweg in wankelt. Vastbesloten loopt hij verder. Hij versnelt zijn pas. Zijn armen zwaaien wild langs zijn lijf. Hij zal die schoft, die begerig zijn meisje, zijn verloofde, zijn bezit heeft gegrepen en betast. Hoe die soldaat zijn handen wellustig op haar billen had gelegd! Haar woest naar zich had toegetrokken en vol op de mond gekust! Hels was hij geworden. Hij had de ander bij de strot willen grijpen, maar zijn maats hadden hem weerhouden. De soldaat was met een schop onder zijn kont de schuur uitgezet.
Halverwege het polderpad haalt hij de schutter met een paar flinke passen in. Ruw grijpt hij de ander bij de schouder en draait hem hardhandig naar zich toe. Verachtelijk hoe die vent zwabbert op zijn benen, nauwelijks in staat overeind te blijven. Zijn spieren spannen en hij voelt hoe alle opgekropte agressie zich samenbalt in zijn vuist. Hard haalt hij uit om zijn tegenstander vol in het gezicht te stompen. Daar: voor die grijpgrage handen. En nog eens voor die brutale kus en nog één.
Te dronken om zich te verweren, wankelt de soldaat en smakt tegen de bevroren klei. Bloed kleurt het berijpte gras. Kijk hem daar nu liggen, de dronken stumper. Langzaam vloeit de woede weg uit zijn lijf en hij waant zich al de gemakkelijke overwinnaar. Tevreden over de vergelding, keert hij zich om, terug naar de schuur en het feest waar hij zijn verloofde op zal eisen.
Achter zijn rug krabbelt zijn slachtoffer verdwaasd op, strompelt een paar passen, slaakt een rauwe kreet en stormt onverhoeds op hem af. Hij grijpt zijn mes, draait zich razendsnel om naar de dronkeman en… stoot toe.